Hier maakt men zelf nieuws!

Recent diende ik een tekst te editeren, een column, waarin iemand nogal van leer trok tegen de voorgekauwde pap, die ons dagelijks door de media wordt ingelepeld. Ik was bijzonder tevreden met de inhoud van die tekst, gezien de nonsens die dagelijks in de twee kranten waarop wij thuis zijn geabonneerd (DS & DM), de revue passeren. Voeg daar nog eens de rommel van de sociale media aan toe en het wordt helemaal huilen met de pet op. (Welk een –min of meer– veredelde Story of Dag Allemaal is deredactie.be –vooral op facebook– niet geworden zeg.)

Het is komkommertijd, zult u beweren, en dan kan het al eens wat minder serieus. Behalve dan dat de Grieken het in deze waarschijnlijk niet met u eens zullen zijn, en dat de komkommertrend zich ondertussen het ganse jaar door bestendigt.

Ik had niet meteen een foto van een komkommer...Het is jammer dat er zo weinig met kritische geest naar de ‘artikels’, die in de kranten verschijnen, wordt gekeken. Nemen we nu het geval Stéphanie Verzelen. Gisteren en vandaag worden we er door lifestyle krant De Morgen mee om de oren geslagen. Verzelen, een masterstudent journalistiek, is er niet in geslaagd om haar thesis af te werken, met als gevolg dat de “zomer nu in het teken van [haar] persoonlijke papieren kwelgeest” staat. En dat is eigenlijk het begin en het einde van het artikel. Studente is er niet in geslaagd om haar thesis af te leggen, en moet daarom haar zomer aan die thesis opofferen. Meer nieuwswaarde is er niet.

Behalve natuurlijk, dat Verzelen stagiaire is bij Goesting, het lifestyle magazine van de lifestyle krant. En dan verschijnt dit artikel plots op de site: Een thesis dwingt ons om ter plaatse te blijven trappelen. Schaf hem af. Een voorbode van een grote foto op de voorpagina in de krant vandaag, gevolgd door een dubbele pagina getiteld “Masterscriptie is meesterlijk irrelevant”. Niet alleen is zo’n titel tendentieus en helemaal niet naar waarheid, maar het is allemaal ook net iets te veel nieuws maken, dan nieuws brengen.

De thesis is niet praktisch genoeg, vindt Verzelen, zeker “als een masterstudente journalistiek met zero onderzoeksgerelateerde ambities.” Wel, mevrouw Verzelen, met die ambities zal u in elk geval bijzonder goed passen in de huidige teneur van copy-paste artikels, waarbij voor deftig journalistiek onderzoek geen geld en tijd meer is.

De non-info wordt verder uitgesponnen in de dubbele krantenpagina vandaag, met voor- en tegenstemmen. Die werden snel nog even gesprokkeld bij enkele betrokkenen, die (bijna) allemaal vanuit een hoogst persoonlijk standpunt voor hun eigen winkel spreken.

De mooiste respons is trouwens de volgende:

Onderwijsdeskundige Pedro De Bruyckere (Arteveldehogeschool) vindt het pleidooi tegen de thesis een onzinnig pleidooi. “Dit is als naar een vegetarisch restaurant gaan en klagen dat er geen vleesgerechten op de kaart staan”, stelt hij. “Je kunt niet kiezen voor een wetenschappelijke, academische richting en dan klagen dat je iets wetenschappelijks en academisch moet doen. Dit hoort tot het DNA van een universiteit. Wie professionele ervaring wil opdoen, kan aan een hogeschool terecht. Daar lijkt dan weer zo minachtend over gedaan te worden. Terwijl zo’n hogeschoolopleiding perfect evenwaardig is. De focus ligt gewoon anders.”

Einde discussie.

P.S. Ik heb helemaal niets tegen u, mevrouw Verzelen, of tegen uw standpunt (als standpunt dan, ik hoef het er evenwel niet mee eens te zijn). U bent jong, en u wordt verondersteld tegen wat schenen te schoppen en uw weg te zoeken. Maar dat een krant hier nieuws van maakt. Mensen toch.

Het failliet van de traditionele media

Ziet ge wat ik daar deed? Ik kan dat ook, zo’n opruiende titel bovenaan mijn bericht zetten.

De kranten doen vandaag weer aan een potje kringrukken. Traditionele media, vormt één front, scanderen zij, als farizeeërs in de heilige tempel der berichtgeving.

Het zal weer lang duren.

Omdat het al zo veel is voorgekomen, herinner ik mij niet eens de laatste keer dat Yves Desmet, voor eenzelfde soort schijnvertoning, in zijn pen was gekropen en zichzelf amechtig in het stof wierp. En voor alle duidelijkheid: ik weet het ook even niet goed meer, beëindigt hij zijn schotschrift. (Ik herinner mij dan weer wel hoe hij, in de vorige eeuw, zonder schroom zijn wettelijk beschermde bron vrijgaf aan het gerecht om zijn eigen hachje te redden.)

Brecht Decaestecker citeert Thomas Siffer, gereformeerd moraalridder, die in een vorig leven bij Flair werkte, en bij Menzo, en vervolgens hoofdredacteur was bij Story. Hoe ging dat spreekwoord alweer? Stropers zijn de beste boswachters? (Dat is een trend bij Siffer.)

Het is niet alsof ze in de traditionele media de waarheid verkeerd durven voorstellen natuurlijk. Gisteren nog las ik in De Morgen dat Belgische wetenschappers een revolutionaire manier hebben ontdekt om kanker te stoppen. Helemaal op het einde van dat artikel staat een korte waarschuwing: “met wat geluk kunnen we dit binnen 10 tot 15 jaar op de markt brengen.” Aan de arts om aan de patient uit te leggen, dat het artikel eigenlijk had moeten stellen dat er een belangrijke wetenschappelijk doorbraak is in het onderzoek naar kanker. Dat is niet echt hetzelfde als de vijfduizendste cure for cancer die De Morgen al heeft geblokletterd.

Of er is Peter De Lobel, redacteur wetstraat bij De Standaard, die doelbewust (sensatiebelust) informatie verzwijgt in het artikel Een lief klein blauw vogeltje, waarin hij fulmineert tegen de sociale media, als was het een nieuw fenomeen.

De officiële Twitter-account van Delhaize moest op een gegeven moment aan schadebeperking doen nadat een zelfstandige uitbater van een AD-Delhaize in Kortenberg zwaar uit de bocht ging. Hij wenste andere socialisten eenzelfde lot toe als Stevaert. De warenhuisketen distantieerde zich van de ‘onaanvaarbare uitspraken’ en beloofde ‘de nodige stappen te doen’.

Dit lijkt alsof die uitbater, nadat de tragische dood van Stevaert bekend was, heeft gewenst dat alle socialisten eenzelfde lot zou overkomen. Een zonder meer verderfelijke uitspraak, iemand de dood toewensen.

Edoch in werkelijkheid, heeft die uitbater, hopelijk voor hem onder invloed van vele sloten Delhaizewijn, (maar vooral:) nog voor die tragische dood bekend was, getwitterd “Van mij mogen alle rooi in ’t kanaal springen !” Een van weinig goede smaak getuigende tweet, absoluut. Het is echter niet meer dan een uitspraak van een tooghanger, een halfdronken plezante nonkel, bijzonder irritant en heel erg zielig, maar zonder verder genoeg kwaadaardigheid in zijn corpulente lijf (daar heeft hij de intelligentie niet voor), dat het belangrijk genoeg is, om er ook maar één moment bij stil te blijven staan.

Het serieux dat de traditionele media aan dit soort berichtgeving toekent, toont al hoe paradoxaal hun beweringen zijn. Ze maken van hun eigen redeneringen een self-fulfilling prophecy, die ze verder voeden door de publicatie van zwaar opportunistische artikels. Onderwijl kloppen ze elkaar theatraal op de schouders, vingerwijzend naar de weinig terzake doende sociale media.

Wordt het niet hoog tijd dat ze zich wat meer laten opvallen door een helaas oneigen kwalitatieve berichtgeving? Er zijn nog goede journalisten, jawel. Er zijn er zelfs genoeg, zodat ik geabonneerd blijf op zowel De Morgen als De Standaard. Maar ik durf ze niet te vergelijken met de internationale pers.

Stromen

Sinds vandaag staat hier een blu ray speler. Niet dat ik daar per se in geïnteresseerd was, maar dat ding was goedkoop en het speelt zowat elke blinkende schijf af die ik het voed (met uitzondering van DVD-A en SACD, twee redelijk dode formaten). Belangrijker nog is dat het zich bovendien draadloos op het thuisnetwerk aansluit. Dat allemaal tot grote vreugde van Henri, die zich algauw op deze kans heeft geworpen gelijk een rugbyspeler om de nog onbekeken episodes van Unnatural History van de mediaserver naar de televisie te laten streamen.

Dit decennium betekent het einde voor al die ‘moderne’ mediadragers, maar daar was u zelf ook al uit, vermoed ik.

Voorbarig einde

Sorry, ik heb niet veel tijd vandaag. Ik moet een paar zaken afwerken, en een paar andere opstarten, en ik zou nog een stuk of wat teksten moeten schrijven. Geen best of 2009-lijstjes, het jaar is nog niet voorbij. Kijk maar naar De Morgen dat, in haar grote ijver vorig weekend vooral de eerste te zijn, in het overzicht van 2009-doden Yves Rocher niet heeft kunnen bijplaatsen. De onverlaat heeft het immers aangedurfd in de laatste dagen van 2009 te sterven —pal in het weekend waarin de lijst voorbarig verscheen nog wel.

inhoud

Om mijn eigen vraag te beantwoorden: wij hebben zelf ook een abonnement op een krant. DM valt bij ons normaal gezien dagelijks in de bus, op verzoek van Tessa, en dank zij de sponsoring door haar ouders. Zelf vind ik een krant te duur. 269 euro voor een jaar vind ik van het goede iets te veel, al besef ik best dat dagelijks zo’n krant in elkaar steken veel resources vraagt. Ik neem de krant ’s ochtends bij het ontbijt snel door, maar ik heb al gemerkt dat ik eigenlijk heel weinig artikels helemaal lees.

Nu we in Seattle zitten hebben we ons abonnement drie maanden opgeschort, en ik het gemerkt dat ik het eigenlijk wel mis, die krant bij het ontbijt. Ik heb ondertussen de NYTimes als eens gekocht, en de Seattle Times ook, en naar het schijnt is de Seattle Post Intelligencer ook de moeite waard.

Maar ik laat mij vooral verleiden door magazines. Ik heb een paar jaar aan een stuk maandelijks Wallpaper* in huis gehaald, en Wired, en (jeugd)jaren aan een stuk National Geographic (nu kopen we de Junior editie voor Henri), Classical Music, Photo Repérages, Diapason, en nu nog steeds Runner’s World en Jazzman. En kijk, terwijl ik de URL voor die laatste opzoek, lees ik op hun site:

NOUVEAU
Téléchargez Jazzman sur votre PC !
Le magazine version numérique 5 €

Recevez-le chez vous !
Le magazine version papier 5 €

Wat hierbij opvalt: de digitale en gedrukte versies zijn even duur.

En toen ik daarnet in de Borders, met de handen vol boeken, aan de kassa’s stond aan te schuiven, kon ik nog net het laatste exemplaar van The New Yorker oppikken. Terwijl dat integraal en gratis online te lezen valt. (Zoals dit, er zeer interessant uitziend, artikel Pixel Perfect – Pascal Dangin’s virtual reality –in de gedrukte versie staat er wel een schitterende voor-en-na foto bij.)

Dus ja, ik ben best een paper junkie.
(Al merk ik dat ik mijn magazines zelden nog langer dan een paar maand bewaar.)

it’s the content

Niemand maalt erom hoe uw website eruit ziet, daar komt het in het gros van de gevallen op neer. Veel mensen lezen de inhoud van uw website in een newsreader, waarin alle publicaties van de verschillende sites waarop ze geabonneerd zijn, er hetzelfde uit zien. Sommige mensen komen wel degelijk op uw site zelf terecht, maar veelal is dat om commentaar te geven, of omdat uw blog in de resultaten van een zoekmachine voorkwam. Een weblog hoeft ook geen design statement te zijn; mensen komen terug voor de inhoud. (Ook beeld kan inhoud zijn.)

Bij de traditionele media zien we veelal het tegenovergestelde. Waar het vroeger voornamelijk om de inhoud ging, gaat het nu meer om de vorm en/of nog meer om de kwaliteit van de inhoud en het beeld. Waar het op het internet voornamelijk over informatie van voorbijgaande aard gaat, lijken gedrukte publicaties hun meerwaarde vooral te moeten halen over een blijvende waarde van die inhoud.

Viavia kwam ik gisteren bij volgende uitspraak terecht:

I think we need to change our philosophy of what a magazine is. We are no longer a cheap means of dispensing information, and that’s what we were until the Internet came along. Now we are an inefficient and expensive means of distributing information. … We need to reinvent ourselves as a luxury item that people want and are willing to pay for.

We zitten nog steeds in het midden van de internetrevolutie, waarin nog lang niet ontdekt –laat staan bedisseld– is wat de juiste plaats van magazines en kranten is. In de USA zien we dat kranten zoals de NYT geheel gratis online versies hebben, en dat ook in België op zijn minst breaking news gratis via de krantensites is te verkrijgen.

Koopt u eigenlijk nog een krant? Bent u nog geabonneerd op één of meerdere magazines? En is uw gedrag daarin de laatste jaren gewijzigd?

anaal

Evita is heerlijke wc-lectuur. Vandaag ging er alweer een nieuwe wereld voor mij open.

Een huisdokter ziet twee soorten mensen tijdens zijn raadplegingen: zij die binnen komen en zonder boe of ba zeggen wat er scheelt, en mensen die het wel willen vertellen maar dat via allerlei omwegen doen. Tot de eerste categorie behoren vooral vrouwen. Wij zijn intieme onderzoeken gewoon van bij de gynaecoloog en zijn door zwangerschappen en bevallingen meer vertrouwd met anale aandoeningen dan mannen. [Evita, maart 2008, p. 110]

Dus zó worden kinderen geboren?!
(Ik was er nochtans bij, toen Henri geboren werd. Het zal de emotie van het moment geweest zijn waardoor ik mij vergist heb.)

de perspas

Marc vraagt zich af wat de invloed van een perspas is op de berichtgeving. Een logische vraag, maar het antwoord kan bondig zijn: op mijn kritiek heeft zo’n zo’n perspasje geen enkele invloed. Veel hapjes en drankjes komen overigens er niet aan te pas, aan die persconferenties, al krijg ik wel elke week een kopje koffie tijdens de persconferentie van het Gentse stadsbestuur. Net zoals alle andere perslui.

Wat zo’n perspas wel vermag, is dat het zaken onder mijn aandacht brengt die ik anders mogelijks zou missen. Maar daar begint en stopt de invloed dan ook. Het is zoals met een recensie-exemplaar van een cd. Als ik een jazz-cd thuis gestuurd krijg, komt die op zijn minst terecht in mijn maandelijkse bespreking, maar vaak bespreek ik die ook wel in een afzonderlijke post –positief of negatief. Vaak is het immers belangrijker dat een cd besproken wordt dan dat hij positief besproken wordt.

Dat is geen vriendendienst, dat is gemakzucht. De cd die mij toegestuurd wordt, maakt grotere kans dat hij besproken wordt, dan de cd die ik zelf moet gaan zoeken. Het staat iedereen vrij om mij (of de redactie van Gentblogt) een cd toe te sturen –al biedt dat geen enkele garantie op bespreking.

Geen invloed op de inhoud dus. Maar wat Hans zegt klopt ook wel: met Gentblogt schrijven we liever over de positieve dan over de negatieve zaken, dus het kan al eens gebeuren dat ik bijvoorbeeld over een slecht concert helemaal niet schrijf. Zoek daar echter geen systeem achter.

Mijn recensies tracht ik te schrijven met de mensen voor ogen. Dat kan zowel de lezer zijn als de artiest, die men vaak nadien nog onder ogen moet komen. Afbreken is gemakkelijk, maar constructieve kritiek geven, vraagt een pak meer moeite. Vandaar zal ik vermijden echt negatieve kritiek te schrijven zonder op zijn minst één opbouwend element daarin verwerkt. Maar als het slecht is, dan is het slecht. En geen perspas die daar iets tegen in kan brengen.

objectief bekeken

Het is goed om u kritisch op te stellen tegen berichtgeving. Twee, bij voorkeur zelfs drie, onafhankelijke bronnen brengen u dichter bij de waarheid. Ga er evenwel nooit van uit dat u op een conventionele manier –via de traditionele media bijvoorbeeld– tot de waarheid zult komen.

Bloggers zijn geen journalisten. Ga er niet van uit dat een blogger objectiviteit nastreeft. Indachte bovenstaande paragraaf: ga er niet zomaar van uit dat een ‘echte’ journalist objectief is.

Ook Het Project is in eerste instantie een weblog, en niemand van de medewerkers hoeft ermee in te zitten, laat staan zich te schamen, voor zijn of haar subjectiviteit. Gentblogt is drie jaar geleden begonnen als weblog door een aantal mensen die gepassioneerd zijn door Gent. Passie veegt per definitie de vloer aan met objectiviteit, en ik zie niet in wat daar problematisch of verkeerd aan zou zijn. Noch Gentblogt als geheel, noch elk lid van redactie als individu, claimt objectiviteit.

Meer zelfs, Gentblogt haalt zijn kracht uit de passie van de medewerkers en de manier waarop ze hun onderwerp op een persoonlijke manier benaderen. Net daar bevindt zich een groot verschil met de traditionele media die, gebonden door allerlei criteria –zoals die vermeende objectiviteit en de noodzaak aan reclame-inkomsten– zich op allerlei manieren kunnen beknot voelen.

Gentblogt is totaal onafhankelijk. Dat betekent dat de medewerkers aan niemand, die aan de redactie vreemd is (en dan nog), rekenschap hoeven af te leggen over de stukken die zij willen gepubliceerd zien. De medewerkers zijn onbezoldigd, waardoor we meteen ook kunnen voorbij gaan aan de nood tot inkomsten (geen reclame of subsidies) en de afhankelijkheid daarvan. De redactie streeft een zekere vorm van feitelijkheid na, maar kleurt de interpretatie van die feiten geheel in naar eigen goeddunken.

En daar is nog nooit een geheim van gemaakt.

boek+film

Vandaag heb ik de Humo gekocht. Het zal van (voor) mijn studententijd geleden zijn dat ik dat weekblad nog eens heb meegebracht, en de enige reden waarom ik het heb gekocht was voor het boek+film aanbod. Het film aanbod dan toch, want het boek stond helaas reeds in mijn collectie.

Wat een slaapverwekkende film, Ex Drummer. De fotografie is interessant te noemen –Koen Mortier heeft duidelijk The Rules of Attraction gezien– en de muziek ook, maar het verhaal trekt op geen kloten. Daar zit Mortier voor iets tussen, maar de bron is Brusselmans natuurlijk. Saai, saai, saai.

Oh, en Brusselmans past eigenlijk perfect bij de Humo: beide leveren al gans hun leven voortdurend dezelfde zever af. De eerste keer is dat grappig, maar na de zoveelste publicatie is het amper nog een dunne gimmick, en Busselmans is al lang verwaterd tot een one trick pony.

De film heb ik ondertussen bekeken, goed dat hij gratis was, en de Humo, tsja, ik wist waar ik mij aan mocht verwachten. Alleen verbazingwekkend dat het echt nog bijna volledig dezelfde inhoud bevat als twintig jaar geleden. Volgens mij kunnen ze dat gewoon heruitgeven, en geen kat die het gaat weten.