Köttbullar

We hadden een dom kastje nodig om iets in en op kwijt te kunnen, en geen budget daarvoor. Ikea dus, waar we bijna meer geld aan het avondmaal (k*tballen) dan aan de kast spendeerden. Er was bijna geen volk in de Gentse vestiging, behalve dan in hun ‘restaurant’.

Als ik een onverantwoorde ouder was geweest, dan had Henri op de terugreis de rit van zijn leven gehad, achterin de koffer, in gezelschap van het meubelstuk waarvoor de achterbank diende te worden ingeklapt. “Ge moet het mij zeggen als er een auto achter mij zit”, had ik hem in deze fictie kunnen vragen, omdat ik in mijn centrale achteruitkijkspiegel enkel een Ikeadoos zou hebben gezien.

Nog goed dat hij over een grenzeloze fantasie beschikt. Iets wat hij van mij geërfd heeft overigens.

Die vier dingen

In september had ik het nog over vier gebeurtenissen, die in gang waren gezet. Sindsdien weet u al dat wij binnenkort opnieuw voor drie maanden naar de Verenigde Staten trekken; dat ik met dat tweede project ook al bezig ben (op bijna dubbele van de voorziene intensiteit); dat ook het derde project goed vordert; en dat het vierde op een ietwat langere baan is geschoven –al kan het best dat die baan niet noodzakelijk een heel erg lange hoeft te zijn.

Ondertussen is het niet geheel onmogelijk dat er een vijfde project bij komt. Ik kan er voorlopig nog niets over kwijt, maar als het doorgaat, dan leest u daar hier binnenkort vanalles over –geheel in tegenstelling tot die andere drie projecten waar ik eenvoudig niets over kan/mag vertellen.

Tot zover uw portie non-informatie.

Kiezen

“Ge zult moeten kiezen”, zegt ze niet zonder leedvermaak. Ik had me net beklaagd over het feit dat ik minder tijd heb om te lopen, te fietsen en desserts klaar te maken. “Ge vergeet wel dat ge nu ook xxx doet, en daarnaast ook yyy, en i.p.v. het dan bij één yyy te houden, doet ge er nog twee ook.”

Het lukt mij niet, om gans mijn leven bij één iets te blijven stilstaan. Ik ben overigens altijd heel verwonderd hoe anderen dat wel kunnen. Let op, dat is een naïef, nieuwsgierig soort verwondering, geen onbegrip of waardeoordeel. Soms ben ik daar wel wat jaloers over (alweer: op de meest positieve manier), mensen die hun ganse leven al uitgestippeld lijken te hebben: ‘ik vertrek hier, en ga daarheen, en daartoe onderneem ik de volgende stappen.’ Misschien brengt die (relatieve) zekerheid een soort rust.

Mij lukt dat niet, en dus ben ik alweer bezig nieuwe zaken te ontdekken, waarover ik vooralsnog niets kwijt wil. (Of dat nu werk is of niet, dat maakt niets uit.) En dat betekent inderdaad dat ik moet kiezen. Tussen lopen en fietsen en desserts en fotografie en besprekingen schrijven en xxx en yyy en yyy’ en zzz en waarschijnlijk nog een paar dingen die zo vanzelfsprekend zijn dat ik ze vergeet te vermelden. Muziek beluisteren bijvoorbeeld, en boeken lezen, en films bekijken; en terwijl ik op één of andere bizarre stoïcijnse manier ook wel daarzonder zou kunnen, komt die gedachte eigenlijk niet in mij op –die drie zaken zijn een deel van wat ik ben, wie ik ben. De rest kan tijdelijk soms even in de achtergrond opgaan.

Tot rust komen

Als ik even tot rust wil komen, zoals dat half uurtje vandaag, dan leg ik gewoon een plaat op. Coltranes Soultrane –blijkbaar één van zijn favoriete platen– werkt wonderwel.

Soultrane

(Met Paul Chambers op contrabas –voor de liefhebbers.)

Hyper (wie heeft nog LP’s?)

Niet dat ik u jaloers wil maken, maar vandaag is al een fantastische dag geweest. Zelfs al is er (alweer) een kl*te slapeloze nacht aan vooraf gegaan. Het slaappilleke heeft niet geholpen, vannacht, in tegenstelling tot de voorafgaande twee nachten. Tegenwoordig houd ik zelfs Tessa wakker, want ze beweert dat ik lig te babbelen in mijn chemische slaap. Ik mompel of schreeuw zaken zoals “ge weet er juist niets van” en ook “f*ckers allemaal”. Ofwel heb ik een diepliggend probleem, ofwel heeft Tessa een iets te levendige fantasie. (U hoeft niet te raden.)

Edoch: we hadden het over mijn fantastische dag. Al is de ochtend ook na de slapeloze nacht niet zo schitterend begonnen. Aan die steunzolen ben ik ondertussen min of meer gewoon graakt, maar tijdens mijn korte 6-kmloop begonnen mijn knieën (alletwee, jawel) pijn te doen. De f*ckers.

Fantastisch dus. Een koffie in de Coffee Lounge, een persvoorstelling in het stadhuis, foto’s afgehaald bij Dirk, gegeten in Vooruit, een koffie bij Or. In Vooruit, hoe sympathiek ze daar ook zijn, is de koffie overigens niet te drinken, zo kwam ik overeen met iemand die ik achteraf ontmoette maar liever niet wil vermeld worden op deze pagina’s. Plots stond ik trouwens met een pak koffie in mijn handen, vervolgens met een pak cd’s, en ten slotte met een pak LP’s. De koffie kwam uit Londen (Progresso Huila van Square Mile –dankuwel S.); de cd’s waren persexemplaren (vooruitblikken op concerten –dankuwel C.); de LP’s heb ik bij Music Man[ia] gevonden. Allemaal jazz goodies (zowel cd’s als LP’s); John Coltrane ligt op mijn platendraaier te kraken.

Als er nog mensen zijn die jazz LP’s liggen hebben: ik ben altijd geïnteresseerd. (En vanzelfsprekend bereid een redelijke prijs te betalen. De conditie van de hoes maakt niet veel uit.)

Een stapel interessante post lag thuis op mij te wachten –kwestie van het verhaal boeiend te houden. De VDAB nodigt mij bijvoorbeeld uit op een (verplichte) oriëntatiecursus van 3 halve dagen (ik ga een paar zaken moeten herschikken op de kalender). Maar ook The New Yorker zat in de bus, net zoals een kortingsbon van vijf euro voor één of andere parfumeriezaak. Per schijf van vijfhonderd punten op mijn klantenkaart krijg ik een nieuwe bon. Mijn actueel puntensaldo bedraagt 18, zo vermeldde de brief nog. Boeiend, ik zei het al.

Eenmaal de festivalperiode (jazztoestanden) voorbij, had ik gedacht, wordt het weer wat rustiger. Maar nauwelijks heb ik mijn bureau geruimd, of het werkblad ligt er opnieuw bij alsof Tessa er haar (hoofd)kwartier heeft. Mijn planning is weerom chaotischer dan ooit; (Opa)Tuur zou in bulderlachen uitbarsten. Drie belangrijke gebeurtenissen werden overigens in gang gezet, een vierde wordt overwogen. Maar ik kan er u voorlopig nog niets over vertellen —een volume12 uithalen, zo werd dat in 2005 genoemd. Berenvellen en schietgeweren, nietwaar.

Henri, Leica M6TTL, Voigtländer Color-Skopar 28mm f/3.5, Kodak BW400CN

Ondertussen kraakt niet langer Soultrane, maar tracht Sonny Rollins mijn tweeters kapot te blazen. Zo krijg ik nog wat lichaamsbeweging ook, met die korte LP-kanten. Hoort, het is reeds tijd voor Miles In The Sky zelfs.

Ambetant

Na vijf dagen Gent Jazz heb ik vandaag een rustdag. Rustdag, dat betekent dat ik al de ganse dag zit te prutsen. Prutsen met wordpress (themes); prutsen met foto’s; prutsen met cd’s; prutsen met boeken; prutsen met betalingen –allemaal zaken die een dikke week zijn blijven liggen. Betalingen zijn ambetant: zoals het een goede Belg betaamt wil ik niet te ver op voorhand betalen, maar eigenlijk ook niet te laat. Alleen wil ik die deadline wel eens uit het oog verliezen. Boeken en cd’s zijn leutig, behalve dat ik wel eens vergeet ze in mijn catalogus/database te steken, en ik dan ineens een veel te grote hoop moet inputten. Foto’s zijn nog ambetanter dan betalingen. Tegenwoordig is het in om de foto’s te oversatureren, en uit dwarskoppige reactie haal ik dan natuurlijk weer te veel kleur weg. Ik zit al een ganse dag ambetantig te wezen omdat ik deze foto niet helemaal naar mijn goesting krijg –waarom gebruiken ze van die f—ing rode spots ook altijd. En tot slot zijn die wordpress themes ook al ambetant. Ik ben bezig met iets nieuws, en ik weet perfect wat ik wil. Alleen blijkt het theme dat ik zoek niet te bestaan, en zijn mijn coding skills tegenwoordig niet veel meer waard, zodat ik veel te veel tijd besteed aan het zoeken naar het geschikte compromis. (Dit lijkt er momenteel het sterkste op, maar eigenlijk toch helemaal niet. En nee, ik ben niet van plan een photoblog te beginnen.)

Ambetant dus. Maar ik amuseer mij rot.

Intermissie

“Godverdomme!” Ik weet het, het lijkt onwaarschijnlijk, maar zelfs ik laat van tijd tot tijd eens een goede vloek aan mijn keel ontsnappen. Godverdomme dus.

Na hooguit een paar uur rusteloze slaap stond ik gisterenochtend opnieuw in onze kleine keuken gebocheld. “Hé, jullie hebben een bonsaïkeuken”, ontlokte recent de binnentreding in het kamertje waarin ik mij wegmoffel om voedsel te bereiden, aan de architecten die we prospecteerden om enige verbouwingen aan onze woonst te laten uitvoeren. Mijn gebak zat in de oven, en ik ging net aan het eerste van een onwaarschijnlijk aantal afwasmomenten van de dag beginnen, toen iemand aanbelde. Qua timing kan het tellen.

“Bruno Bollaert?”, vroeg de postbode terwijl hij mij reeds een pak in de armen stopte. De man was vermoedelijk blij dat het uit zijn handen was, want ik moest mij even herpakken bij ontvangst.

“Oempf… ik bedoel: inderdaad. Dankuwel, facteur.”

Een heleboel cd’s –evenwel minder dan ge vingers aan uw hand hebt– en één boek. A Day at elBulli (een fractie van de kost van de pas verschenen Nederlandstalige versie) is evenwel goed voor een flinke drie kilo. Gisterenavond heb ik het knikkebollend uitgelezen, en het is –aan de amazon prijs– elke pond of euro waard, tenminste als u zich voor dergelijke zaken interesseert.

Vandaag krijgt u van mij nog een recept, en morgen nog één. Beide zoetigheden; van het voorgerecht en de hoofdschotel heb ik geen foto’s gemaakt want het was iets te druk toen. ’t Is wel leutig om zo eens voor een grotere bende te koken, al blijk ik ook in dit weer een gigantische chaoot. Mijn menu stond maandag al rotsvast, maar is in de nacht van woensdag op donderdag substantieel gewijzigd. Spannend! Voeg daaraan toe dat alle slagers in de buurt gesloten waren, donderdag, en ik dus nog naar het grootwarenhuis mocht trekken voor mijn vlees.

Het voorgerecht was een (eigen)hand(ig)gesneden tartaar van zalm, de hoofdschotel werd Siciliaanse vleesballetjes met een citrussla en couscous, en als dessert kregen de gasten de Panna cotta van karnemelk met mangopuree. ’s Ochtends bij de koffie waren er madeleines de commercy en tea cakes (recept volgt), en in de namiddag was er nog een dessert (recept volgt). De borden kwamen leeg terug, mijn wederhelft beweert met haar gat in de boter te zijn gevallen, dus het zal wel in orde geweest zijn, denk ik.

Vrijdag, vliegdag

Die vrijdag is zowat de enige dag van de week die volgens een bepaald stramien wordt ingevuld. Eerst lopen (15 km bijgedragen aan de nike+ challenge –morgen is een rustdag); een koffie bij Ömer in de Coffee Lounge; de wekelijkse persconferentie van het Gentse stadsbestuur; een koffie bij Clémentine in de mokabon; een bezoekje aan Bilbo; en lunch voor een schamele acht euro in Vooruit (met gratis Wifi). De mensen van Vooruit hebben overigens zonet hun vernieuwde website gelanceerd.

Ook de namiddag zit volgeboekt, net zoals morgenvoormiddag, maar daar bericht ik later nog wel over. Ik vlieg weer weg –hopelijk beleeft u evenveel plezier aan uw dag!