what you think is right is wrong

Te mooi om aan voorbij te gaan, en altijd handig om wat perspectief te krijgen in deze tijden van verkiezingen: 26 Reasons What You Think is Right is Wrong [via].

Een beetje doorklikken, en minstens evenzeer interessant is deze uitgebreide lijst van cognitive biases op Wikipedia.

Sociale netwerken (en dus ook –alle– politieke groeperingen) vallen bijvoorbeeld heel makkelijk ten prooi aan deze vooroordelen: group-serving bias, ingroup bias en system justification. Om maar iets te zeggen.

marathon

Eigenlijk heb ik een beetje medelijden met Koen Fillet. Op zondag 27 november 2005 verkondigt de man op een weblog dat hij over een jaar mee zal lopen in de marathon van New York. Hij werd gevraagd om, als niet-bewegende medemens, deel te namen in het kader van het wetenschapsprogramma Overleven. Canvas maakt een zesdelige documentaire waarin ze willen laten zien wat er gebeurt met een mens die intensief aan sport begint te doen.

De website die hij daarvoor in het leven heeft geroepen, van 0 naar 42 kilometer, heb ik nooit echt gevolgd, maar ik ken een aantal mensen die dat wel hebben gedaan. Wat ik ervan gelezen heb, was zeer de moeite waard, en een weblog was bovendien het medium bij uitstek om zoiets op te volgen.

Fillet was niet de enige die door Canvas was gevraagd, maar wel de enige met een dergelijk high profile. Zijn opgave –om medische redenen– was voor velen een verrassing, gezien niks op zijn weblog daarover iets had weggegeven. Fillet had evenwel al veel vroeger dan aangekondigd opgegeven. En die wetenschap, dat hij eigenlijk al bijna twee maand geleden had opgegeven, maar dat doelbewust had verzwegen, leek voor velen een stap te ver.

Plots wordt de man dan ook uitgemaakt voor leugenaar, en wordt hij beschuldigd van volksverlakkerij. In één trek wordt daarmee –zo lijkt het wel– alle inspanning die hij gedurende bijna een jaar heeft geleverd, teniet gedaan. Hij heeft zijn ziel verkocht aan Canvas, zo vindt een groot deel van dezelfde mensen die zijn wedervaren geboeid hebben gevolgd.

Helaas gaat men hier voorbij aan de oorspronkelijke opzet van de deelname aan de marathon. De bedoeling was niet om (in eerste instantie) een weblog bij te houden, maar om aan het einde van de rit een TV programma af te leveren. En hier is niet alleen Koen Fillet, maar ook Canvas (een beetje) in de fout gegaan. Een kleine fout, weliswaar, die meer heeft te maken met een communicatieprobleem dan met kwaad opzet.

Canvas houdt zich in dit spelletje overigens van den domme. Canvas vindt handelwijze Koen Fillet niet erg, lezen wij vandaag in Het Nieuwsblad. Het zou nog jammer zijn ook, wil ik daarbij opmerken. Het is immers Canvas zelf dat heeft aangedrongen op een zwijgplicht, waaraan Fillet contractueel was verbonden. En dat is geen uitzondering. Denkt u maar aan de vele reality shows, die ook maanden op voorhand worden ingeblikt, aan waar de deelnemers ook contractueel tot zwijgen zijn verplicht. Maar ik hoor niemand die mensen voor leugenaar uitmaken.

“We hebben inderdaad alle deelnemers aan het programma doen beloven dat ze over de inhoud niets wereldkundig zouden maken voor het programma zou worden uitgezonden”, zegt Jan Van der Straeten, producer van het televisieprogramma Marathon. “Dat is de logica zelf. Als je de plot te snel prijs geeft, speel je een stuk van je kracht kwijt.”

Maar dat ziet Van der Straeten verkeerd. Want, rekening houdend met het feit dat er nu eenmaal een weblog bestond, werd het publiek wel degelijk om de tuin geleid. En daar houdt het publiek niet van. Zo belangrijk was die plot nu ook weer niet. Bovendien stelt Van der Straeten met deze bewering dat het in zijn programma alleen maar draait om de uiteindelijke deelname. Alles wat daaraan vooraf gaat is van geen tel, wie niet deelneemt verliest. Niet de reis, maar de bestemming is het doel, en dat is, zeker voor een zender zoals Canvas, een totaal verkeerde instelling.

Proficiat dus, Koen Fillet, met wat je hebt bereikt. Je hebt een fantastische prestatie neergezet.

onkies

Dit (De vuil was buitenhangen) vind ik zeer onkies. Internet als watchdog is een goede zaak, maar het wordt heel anders wanneer men een ‘concurrerend bedrijf’ onder het mom van objectieve verslaggeving (Dus neem ik de mail gewoon over, zoals ik hem kreeg. Iedereen moet zijn eigen mening maar vormen.) in een slecht daglicht stelt…

Om journalistiek correct te zijn, zou ik ook moeten luisteren naar de tegenpartij. Theoretisch is dit natuurlijk geen Standaard blog. Ik ben dus ook niet echt verplicht correct en volledig te zijn.

Ugh: niet echt verplicht correct en volledig te zijn?! Is dat de (nieuwe) journalistieke ethiek? Want hoe je het ook draait of keert, An, je bent –zeker met dat onderwerp– direct gelinked aan je werkgever. Er zijn er al voor minder gedooced.

Bijzonder onkies.

geduld is een schone zaak

Schrijft Bert, in reactie op L’importance du jazz:

Die paar zinnen scheppen een heel mooi beeld van hoe het zou kunnen zijn. Als (relatief) jonge fotograaf vind ik het vaak frustrerend dat er zo weinig mensen hun ervaring willen delen.

Een goed vakman zal er niet mee inzitten zijn ervaringen met aankomend talent te delen. Dat wil daarom niet zeggen dat hij alle vakgeheimen meteen zomaar prijs zal geven –dat heeft ook geen zin. Kennis delen, verloopt in gradaties, en naarmate je zelf meer ervaring opdoet, zal je ook meer informatie en tips ontvangen die relevant zijn voor de fase waarin je je bevindt –en die je dus ook zal kunnen toepassen.

Vakmanschap is een process; een in deze tijden bovendien veel te onderschat process. Mensen zijn te snel prosumers: ze zien de professionelen aan het werk met materiaal dat in onze maatschappij binnen hun –financieel– bereik ligt, en denken met de aanschaf van de tools meteen ook het métier in huis te halen. De verschillende stappen die nodig zijn om die tools te (leren) gebruiken worden overgeslaan, terwijl paradoxaal genoeg diezelfde tools ook steeds complexer worden. (Verwar overigens de prosumer niet met de pro-am, die veel dichter bij de pro aanleunt, maar zonder de commerciële dwingelandij.)

Hm. Waar was ik. Vakmanschap. Delen. Leerschool. Dat ik een groot voorstander ben van kennis delen. In fotografie komt het trouwens veel minder aan op het beheersen van die paar essentiële technische trucjes (diafragma, sluitersnelheid, en filmgevoeligheid; en de correlatie daartussen), maar voornamelijk op kijken én zien. Want dan mag je nog alle kennis delen, als het oog er niet is, heeft het allemaal geen zin. Een goede fotograaf zal ook niet klakkeloos de techniek van een leermeester overnemen: niemand zit te wachten op een tweede Dorothea Lange, Henri Cartier-Bresson, James Nachtwey, of Martin Parr. Maar onthou bijvoorbeeld van Cartier-Bresson het concept van le moment décisif, en verwerk het in uw eigen methodes.

Uiteindelijk gaat het erom je eigen weg te vinden met die kennis als basis. En dat vraagt –in de meeste gevallen– tijd.

(Hm. Niet echt een antwoord of reactie op wat Bert heeft geschreven, merk ik nu.)

competitiedrang

Het is de eerste keer dat ik de Stadsloop meemaak. Een beetje tegen de haren van de (groot)ouders in, die op deze dag normaal gezien het alleenrecht op Henri opeisen, want zelf zit ik op pinkstermaandag veelal op Croix of Folembray.

Het was een leuke race. Tenminste, toch voor Henri, en Zelie en Louis, die alledrie blij over de eindmeet kwamen gespurt, daarvoor door i. en Lief op een ijsje werden getrakteerd, om vervolgens de Kid’s Village onveilig te maken (springkasteel! trampoline!). Voor een aantal mensen (kinderen? ouders?) was deelnemen blijkbaar toch belangrijker dan winnen, want aan de start van de Kid’s Run was het een gedrum van jewelste. Niet alleen diende er een touw te worden gespannen om de kinderen (!) achter de startlijn te houden, bij sommigen zat de competitiedrang er zo er in gebakken dat ze zelfs de tijd niet namen om hun gunstige startpositie op te geven om zich degelijk op te warmen.

Vergelijkbare competitiedrang manifesteerde zich overigens niet alleen bij de deelnemertjes (en hun ouders?), maar ook sommige persfotografen lieten weer maar eens het beste van zichzelf zien. Toen ik een fotograaf van Het Nieuwsblad erop wees dat hij steevast voor mijn lens sprong telkens ik een foto trachtte te nemen (ik tikte hem vriendelijk op zijn schouder om hem daarop te wijzen), schold hij me uit voor alles wat mooi en lelijk was, en riep hij dat ik dan maar een stapje opzij moest zetten. “Foto’s voor ’t internet. Puh. Hoeveel bezoekers heeft uw sitetje per dag ventje.” Mjah. Ik heb hem zijn brood maar verder laten verdienen. (De zoveelste bevestiging om van deze hobby zeker niet mijn beroep te maken.)

Henri raakte maar niet uitgeput. Thuis heeft hij me nog geholpen de motor te wassen (hey, we gaan een zonnige week tegemoet), om daarna nog een keer of twintig over en weer te fietsen in de straat. Een fruitsla ging er nog in (na de grote portie soep met kaas en balletjes), maar toen lag hij amper in bed of hij sliep. Ik denk dat hij een heerlijke dag heeft gehad.

henri henri henri Henri met Segway