Van jazz

Jazz door Bruno Bollaert

Een interessante vergadering, vandaag, over jazz natuurlijk. Mijn (intern) verslagje is bijna klaar (’t zal voor morgen zijn), en ik bracht twee cd’s mee. Morgen ga ik trouwens naar dat concert van Pascal Schumacher (in de AB), vandaag gaat het nog naar Brugge, voor het concert van FES (in het Concertgebouw): R.I.P. / FUNeral songs.

  1. Pascal Schumacher Quartet – Bang My Can / 2011
  2. Giovanni Francesca, Aldo Galasso & Dario Miaranda – Telegraph / 2011

(vorige lijst)

Alela Diane (in AB)

Alela

Begin vorige maand bracht Alela Diane haar derde album uit. Drie albums op vijf jaar lijkt een gezonde turnover: snel genoeg om niet de aandacht van de fans te verliezen, langzaam genoeg om er over na te kunnen denken (een aantal songs op het nieuwe album zingt ze al sinds 2009). Ik ben fan van het eerste uur, en ging met wreed veel goesting naar het concert in Vooruit, bijna drie jaar geleden (zie foto hierboven, met Alina Hardin).

Als ik dat verslag bij Gentblogt (Alela!) nalees, dan lijkt er niet zo bijster veel veranderd te zijn aan haar methodologie. De interactie met het publiek is eerder beperkt –gelukkig was er husband Tom, de de honneurs met verve waarnam; ging het publiek pas op het einde echt uit de bol; en floepten de lichten na het encore onherroepelijk aan, hoe luid het publiek ook om meer schreeuwde.

Het concert was goed, zeer geölied en professioneel. Tijdens de zang werd er behoorlijk wat reverb op haar stem gestoken, wat het concert wel ten goede kwam, maar ik mis toch een beetje dat pure van de beginperiode. De liedjes kwamen voornamelijk van haar nieuwe album, Alela Diane & Wild Divine, en het is verbazingwekkend hoe snel die al vertrouwd klinken. Elijah, Long Way Down, Heartless Highway, White Horse, en vooral Suzanne (over haar moeder): ze liggen allemaal zo goed in de oren dat het leek alsof ze van een eerder album kwamen. Ontbraken ook niet op het appel: The Pirate’s Gospel, een hartverscheurende Oh! My Mama, en nog eentje waarvan de titel mij even ontsnapt maar nochtans op een nieuw (en interessant) gearrangeerde manier werd gebracht.

Ze staat perfect op dat podium, omgeven door familie en vrienden (haar vader en haar man spelen mee in de band), maar ik zou ze toch graag eens in een intiemere setting aan het werk zien. De video’s op youtube tonen een heel andere, veel interactievere Alela Diane. Maar bon, anders dan ergens in de USA een concert mee te kunnen pikken of hier in Europa op een meet & greet of een persmoment binnen te geraken, zullen we het voorlopig met youtube concerten moeten doen.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=5HFl0D5AHTI&w=500&h=314]

Alela Diane and Wild Divine, gezien in de AB op zondag 1 mei 2011

Brüssel is België niet

Bruno gaat naar den Botanique door Bruno Bollaert

Gisterenavond zat ik twee keer op de trein. Één keer naar Brussel, en één keer terug (wat dacht u wel). Ik ging er naar de Botanique, nog zo’n concertzaal waar ik nooit eerder was geweest, niettegenstaande ik een jaar of vijf in Brussel heb gewerkt, en zelfs een drietal daarvan op een boogscheut daar vandaan. De Botanique ligt aan de Kruidtuin, allemaal dingen die mij niets zeggen, hoewel ik daar ooit eens was gaan lunchen, in dat park, met een collega. Ik had Google mij de snelste weg laten berekenen van het Noordstation naar de concertzaal, en dat bracht mij door een stukje Brussel dat redelijk kleurrijk was. Groepjes allochtone mannen, rode lichtjes aan de ramen, snel doorstappende mensen.

Bruno gaat naar den Botanique door Bruno Bollaert

Toen ik eindelijk in de Koningsstraat terecht kwam, vroeg ik de weg aan een vriendelijke mens die mij in verhakkeld Nederlands wel de weg wou uitleggen, maar we vonden het allebei raadzamer op Frans over te schakelen. En toen bleek vanzelfsprekend dat ik op vijftien meter van de ingang stond. Zo’n groot cliché dat het in een lol niet eens meer grappig zou zijn.

Het concert vond plaats in de rotonde (zijn er andere zalen dan de rotonde in de Botanique?), en om die te bereiken moest ik door een mooie wintertuinggang, en rond de rotonde alvorens ik binnen kon. Welk een gezellige zaal! En wat een fantastische verlichting, zowel voor als tijdens het concert. (Ik ging er luisteren naar het Portico Quartet.)

Bruno gaat naar den Botanique door Bruno Bollaert

Het was op een deftig uur gedaan (rond 21u45), en ik zette alvast in tegenovergestelde richting aan om een vroege trein te halen.

“Meneer, waar gaat u naar toe, als ik vragen mag?”

“Euh, naar het station”, antwoordde ik de politieagent die mij de donkere achterkant had zien inslaan.

“Langs daar?!” Het ongeloof stond op zijn gezicht te lezen. “Dat zou ik toch niet doen, meneer. Dat is niet de echt meest veilige weg, zo alleen.”

“Hoezo niet veilig”, vroeg ik net zo verbaasd als hij even tevoren. “Dit is België toch, en niet Amerika of zo?”

“Ach, België, meneer. Brüssel is België niet hé.”

JustJAZZiT (editie 2)

De Beursschouwburg, dat is een beetje gelijk in de jaren 80 binnenstappen. Had ik mijn –ondertussen ongetwijfeld vintage– new wave outfit nog, dan had ik nog beter in de omgeving ingepast. Vooral de bar, met zijn dambordgeïnspireerde zwart/wit tegels stuurden mij meteen richting jeugd.

Beursschouwburg, Brussel Beursschouwburg, Brussel

In die Beursschouwburg ging gisteren de tweede editie van JustJAZZiT van start. Ik ging er luisteren naar Sunny Murray en Charles Gayle en Juini Booth, behalve dan dat Sunny Murray twee dagen geleden ziek was geworden en derhalve vervangen werd door Roger Turner. Free jazz, luid en snel en met verschrikkelijk weinig houvast. Niet meteen mijn ding, al luisterde ik heel graag naar de stillere stukken van een vermoeide Charles Gayle. Helemaal op alt sax, terwijl ik net zo naar de tenor had uitgekeken.

Om 19u was er nog een gratis film, over Charlie Haden, maar dat had ik uit het oog verloren, en heb ik dus gemist. Wel jammer dat de timing helemaal in de soep liep. De film duurde anderhalf uur, reken daarbij nog wat overhead, wat maakt dat we mochten wachten tot 21u alvorens we de zaal binnen konden, terwijl de aanvang van het concert voor 20u30 aangekondigd was. Op tijd zijn in jazz, het lijkt nooit te lukken; maakt niet uit waar het concert plaats vindt. Is dat bij andere muziekt ook zo, vraag ik mij dan af.

Vanavond spoor ik opnieuw daarheen, voor een dubbelconcert waar ik erg naar uitkijk.

uitstapje

Kijk, daarnet waren we nog met een paar mannen van Het Project op uitstap in Brussel (’t is gelijk een schoolreis). Dat ‘paar’ mag u bijna letterlijk nemen, want het ging om deze meneer en deze meneer, met wie ik had afgesproken, eerst aan de bollekesfontein, en dan aan de beurs.

Wij gingen er de tentoonstelling van deze fotograaf meneer bekijken in Galerij Excellence, Anspachlaan 94 – 96 (vlak naast de beurs: al ge naar de trappen kijkt, gaat ge naar rechts, een huis of drie verder). Doen!

Vlak daarnaast bevindt zich Brüsel (bandes dessinées – stripverhalen – comics), waar Michel mij binnensleepte, maar al te goed beseffende wat hij mij (en mijn portemonnee) aandeed. De strips waar ik al een hele tijd naar op zoek was –een waarvan ik een tijd geleden verkeerdelijk veronderstelde dat ze oorspronkelijk in het Engels werden geschreven– lagen daar gewoon te grabbel.

Een snelle (koude) hap in de Food Factory later, en ik zat om 14:02 terug achter mijn bureau. Slechts twee minuten te laat, maar ik heb wel anderhalf uur pauze genomen (eens zien welke trein ik een uurtje of zo later kan nemen).

vakantie

Neenee, de vakantie is helaas gedaan. Al heb ik het gevoel dat ik zowat de enige ben die vandaag gaat werken (op Tessa na dan, maar die is dokter dus dat telt niet).

De Albertlaan was leeg: geen auto’s, geen voetgangers, enkel een lege tram denderde mij voorbij. Het perron was slechts halfvol, de trein was halfleeg; vooral dat laatste stellen wij enorm op prijs.

Brussel is leeg: amper een kat op straat, bijna niemand in het gebouw waar ik werk, en al helemaal niemand in het gebouw aan de overkant dat steevast door ongezellig TL-licht wordt verlicht. Niet dat het aan deze kant anders is, maar zij werken in een open plan, wij werken in bureautjes. Al denk ik evenmin dat die wetenschap een groot verschil maakt. (Euh, voor mij eigenlijk wel, want ik kan niet werken als ik weet dat iemand ongemerkt naar mijn scherm kan kijken.)

Leeg dus. En nog geen klein beetje. Al denk ik dat het nog niet zo’n goed idee is om straks, tijdens de lunchpauze, de Rue Neuve in te trekken.

rustig (bis)

De rust op het werk staat haaks op de drukte in de Nieuwstraat (Rue Neuve voor de Vlamingen). M.a.w. het was geen goed idee om –de woensdag voor Kerstmis– tijdens de lunchpauze snel even de Media Markt binnen te stappen. De zeven zaken die ik zocht heb ik gevonden, maar netjes teruggeplaatst toen ik de kassa’s naderde.

Het zal voor volgende week in Oostakker zijn. ’s Morgens in de vroegte.

brussel koud

De bedoeling van onze trip naar Brussel, gisteren, was om (1) de kijkdozen van Jan Fabre in De Loketten in het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers te bewonderen en (2) het vernieuwde atomium te bezoeken. Veel verder dan (1) zijn we echter niet geraakt (en aan de vriendelijkheid van de NMBS heeft het nochtans niet gelegen).

Denkmodel Jan Fabre“Jan Fabre in het Vlaams parlement. Kijkdozen en denkmodellen 1977-2004” is de titel van de tentoonstelling. Hoewel het zeer mooi werd opgesteld, vond ik de tentoonstelling zelf maar niks. Begrijp me niet verkeerd, ik vind het goed dat zoiets wordt georganiseerd (ik juich het zelfs toe), en u moet er absoluut eens binnenstappen als u in de buurt bent (de toegang is gratis), maar speciaal voor naar Brussel trekken, kan ik u niet aanraden.

Het zijn doosjes, modellen, voorontwerpen, studies, waarvan het ene er al minder uitgewerkt uitziet dan het andere, en waar vooral de naam Fabre wonderen verricht. Plak op de zelfde tentoonstelling ‘eindwerken van de studenten van het KASK’ en de kritiek zal minder lovend zijn. Nogmaals, het is best mooi om zien, maar ik kreeg geen aha-erlebnis.

Links tegenover de loketten is er een straatje (Drukpersstraat), waarin wij eerst een koffiehuis, en nadien een mediterraans eethuis ontdekten. We waren er iets te vroeg voor het middagmaal (11u45), maar gezien we ons het ontbijt ontzegd hadden (een banaan op de trein), waren onze magen er klaar voor.

In Madou’s Provence werden de muren toepasselijk in een provincaal geel beschilderd. De verwelkoming was heel hartelijk, en het verbaasde ons dat we de enige gasten waren die er kwamen lunchen (we zijn er pas rond 14u terug buiten geraakt). We gingen er binnen met de bedoeling een pizza te eten, die in het menubakje aan de straatkant werden geadverteerd, maar toen we gingen zitten was men net bezig het bord met suggesties aan te vullen.

Mijn Frans was net toereikend om alle gerechten te begrijpen, maar helaas heb ik de heerlijk klinkende namen niet onthouden. Tessa nam als voorgerecht een soort vismousse, die zowel licht verwarmd in een klein kommetje als gegrild op een broodje en voorzien van een wilde sla met notenolie werd opgediend. Zelf nam ik een terrine van ossenstaart en foie gras, voorzien van eenzelfde slaatje, en een minikopje bouillon. Heerlijk, en licht genoeg als voorgerecht.

Als hoofdgerecht namen we een Coquille Saint-Jacques (Tessa) en een gegrilde ‘bonite‘. Een boniet behoort volgens wikipedia tot de makreelachtigen (waartoe ook tonijn behoort): een vis zoals ik ze graag eet: stevig, maar helaas uitgedroogd wanneer ze niet goed worden klaargemaakt. Deze was zeer succulent; de brunoise die het gerecht vergezelde was al even goed bereid (al dente: geen papje dus, maar ook niet rauw). Henri verorberde ondertussen vlijtig zijn huisbereide pizza Marius: tomaten, ajuin en tonijn op de allerdunste pizzabodem.

Hoewel we het niet van plan waren, hebben we ons toch nog tot een dessert laten verleiden: een chocomousse voor Henri, een long drink ’tout chocolat’ voor Tessa en voor mezelf een crème brulée. De bediening was Franstalig, maar de mevrouw was zeker niet te beroerd om ons ook in het Nederlands verder te helpen. Een aanrader voor wie er in de buurt komt.

het nieuwe atomiumEn dan gingen we toch nog naar het Atomium. Mijn eerste keer op de Brusselse metro bracht ons van Centraal naar de Heysel, waar de roestvrij stalen bollen onder een grauwe hemel toch nog blonken. Helaas waren we niet de enigen die op deze laatste dag van de Krokusvakantie het heraangeklede bouwwerk wilden bezoeken. Door de ellenlange rij die na tien minuten nog steeds muurvast bleek te zitten (we schatten de resterende wachttijd op meer dan een uur), zochten we gauw opnieuw de metro op. Net op tijd om amper vier minuten op de trein naar Gent te moeten wachten, waar we nog gauw –dank zij het gratis openbaar vervoer– in de binnenstad een taart gingen halen om thuis gezellig Wallace & Gromit in The Curse of the Were-Rabbit te bekijken.

Een goed gevulde dag.

waanzin

Tessa heeft de ganse week verlof genomen om met Henri de krokusvakantie te kunnen doorbrengen. Of ik toch ook niet één dag verlof zou nemen? ’tuurlijk. Wijs zelfs, want dan moet ik eens niet met de trein naar Brussel.

Eh. Oeps. Ik moet weg. We gaan immers in de kijkdozen van Jan Fabre gaan gluren, en in het heraangekleedde atomium ronddwalen. Straks missen we nog onze trein.