Een heleboel jazz

De laatste tijd heb ik een paar interessante zaken gehoord, en ik heb verzuimd erover te vertellen. Er waren De Beren Gieren in Vooruit (28/02), die hopelijk niet te veel de cerebrale weg inslaan en zich lekker gek en wild blijven gedragen zoals een jonge groep dat eigenlijk moet. Diezelfde avond was er het trio Romano-Sclavis-Texier, waarvan werd beweerd dat de drummer niet echt meer mee kon. In het begin had ik het gevoel dat Sclavis een ander concert speelde dan Texier en (inderdaad vooral) Romano, maar ik had het meeste last van de vertrouwdheid met het materiaal. Hun Afrikaanse muzikale verslagen behoren ondertussen zo tot het jazz-erfgoed, dat onze verwachtingen soms te dicht bij de albumversies liggen. U kent dat wel, die ene plaat van die artiest of groep, die u hebt grijs gedraaid en waarvan u elke noot weet liggen nog voor ze gespeeld wordt (hoewel u eigenlijk geen noten kan lezen)? En als u dan naar een concert gaat, en die noten liggen niet dáár waar u ze verwacht, dan bent u daardoor een klein beetje ontgoocheld –hoewel de muzikant ze in die live versie muzikaal misschien nog beter in het nummer heeft ingepast? Dat gevoel had ik wat bij dat trio.

Een heleboel jazz door Bruno Bollaert

Het Monk tribute van Jason Moran in De Bijloke (07/03) was dan weer een fantastische show. Het deed heel Amerikaans aan, met de beeldprojecties achter de muzikanten, de visuele effecten (bijvoorbeeld de muts op Moran zijn kop), het verhaaltje (soms werd er iets té lang verteld), het documentaire effect, en Moran die virtueel meespeelde met Monk. Het had alle potentieel om een commercieel succes te zijn, en te oordelen aan het talrijk opgekomen publiek, was het dat ook. Ik heb ervan genoten om wat het was, inclusief de exit naar de foyer, waar de muzikanten nog even doorspeelden (cfr foto hierboven).

Een heleboel jazz door Bruno Bollaert

Daarna heb ik twee keer Robin Verheyen gezien. Eerst bij Opatuur (04/03), die voor de gelegeheid was uitgeweken naar de Gentse fotogalerij Flinxo, en waar de akoestiek niet zonder fouten was en de stoeltjes stonden opgesteld als in de tram. Het geringe aantal luisteraars maakte er het beste van, en Robin wist een heel boeiend solo concert op te bouwen. Een groot deel van de muziek die hij speelde, wordt overigens opgenomen, en wordt waarschijnlijk ergens in het najaar gereleased.

De tweede keer speelde Verheyen in Bozar (11/03), in double bill met Bojan Z (voluit: Zulfikarpašić). Het was er verschrikkelijk warm in de zaal. Slaapverwekkend warm, en met de weinig aanstekelijke solo muziek van Bojan Z, was het moeilijk om de aandacht erbij te houden. Bojan is een pianotechnisch virtuoos, maar ik miste wat dynamiek. Een uitbreiding met contrabas en drums naar trio was mogelijks interessanter geweest. Al heb ik nadien zijn soloplaat via spotify beluisterd, en dat klonk precies beter dan de live versie. Ik was niet echt ondersteboven van zijn Dad’s Favorite, wat niet meer dan een vermangelde versie van Nature Boy is. Maar bon, het publiek zat duidelijk vol fans, want er werd geapplaudisseerd dat het een lieve lust was.

Robin Verheyen was erg goed, al heb ik het meeste gemist. Het begon veel te laat (bijna 22 u –zijn schuld niet natuurlijk), en ik had een trein te halen om thuis te geraken. Robins muziek spreekt veel meer aan, is veel verscheidener, en hij trad voortdurend in dialoog met Ralph Alessi. En Thomas Morgan op contrabas is ook al een plezier om bezig te zien/horen. Het heeft al mijn wilskracht gevergd om weg te lopen om mijn trein te halen.

Een heleboel jazz door Bruno Bollaert

Donderdag (15/03) zat ik in De Werf voor The Claudia Quintet + 1. Ze brachten onlangs het album What Is the Beautiful? uit, waarin ze de poëzie van Kenneth Patchen in de jazzcomposities integreren. Dat gaat soms ver, want het album opent met Showtime, waarbij eerst de contrabas, en nadien ook de brushes, de voordracht van Kurt Elling volgen. Nee, Kurt Elling was er niet bij, op het concert, maar Theo Bleckmann heeft zich voortreffelijk van zijn taak gekweten (op het album nemen ze elk een aantal nummers voor hun rekening). De muziek blijft de hele tijd verbonden met de stem, op een heel natuurlijke/vanzelsprekende manier. Zeer geslaagd.