bruno

Net terwijl ik het lamsvlees voor mijn ragout aan het dichtschroeien ben, trilt mijn achterzak. Ik zou durven stellen dat er betere momenten zijn om mij op te bellen, ware het niet dat (1) ik sowieso al een gloedhekel aan telefoneren heb en (2) de persoon die mij belt natuurlijk niet weet of het al dan niet een goed moment is. En ik hoef ook niet te antwoorden.

“Hallo met Bruno Bollaert”, groet ik de beller –zeer tegen mijn gewoonte aan de GSM– met mijn volledige naam.

“Dag Bruno”, steekt een jongedame meteen van wal. “Dit is X. Y. van Consultingbureau Z. Ik stoor toch niet, hé Bruno?”

“Nee hoor”, lieg ik dat mijn tong zwart geblakerd uit mijn mond valt. “Zegt u maar.”

“Wel Bruno, ik heb je profiel gevonden via de VDAB databank, en wij hebben momenteel een vacature open staan voor Webmaster. Ben je nog steeds op zoek naar werk, Bruno?”

“Euh…” Ik heb een milliseconde om het goede antwoord te vinden. “Ja hoor,” herpak ik mij vrolijk, “waarover gaat het juist?”

“Het gaat over een job van drie maanden met mogelijke extensie bij een bank, Bruno”, legt X. uit. “Het is wel in Brussel, maar vlak aan het Noordstation. Heel gemakkelijk bereikbaar dus, Bruno.”

“En wat houdt de jobomschrijving juist in”, vraag ik verder, mij helemaal in mijn rol inlevend.

“Wel Bruno, ik zal het u voorlezen.”

Maar voor ze daarmee kan beginnen, onderbreek ik haar beleefd. “Och, weet u wat, hebt u die informatie soms elektronisch? Zou u mij dat per e-mail kunnen opsturen?”

“Ik ging het u net voorstellen, Bruno”, repliceert ze kokket. In mijn gedachten heeft ze kastanjebruin haar gekregen met dito ogen, en lacht ze verleidelijk in de telefoon. Ze bevestigt mijn e-mailadres, en we hangen op. Het voelt een beetje als een date.

Ik schroei mijn lam verder dicht, giet een fles Orval over de bereiding en zet het vuur lager. Boven wacht mij een e-mail van X., maar in plaats van het verwachte afspraakje of een lankmoedige liefdesbrief, vind ik er enkel een vacature.

“Ondertussen Bruno, teken ik met de meeste hoogachting,” zo sluit ze af. Jongens ik word oud.

7 gedachtes over “bruno”

  1. Lamsvlees. Orval! Het beste bier van de wereld! Je had haar moeten vragen of ze de job niet wou komen uitleggen bij u thuis aan tafel. Ze zou het gesprek en de maaltijd beslist niet bezegeld hebben met “met de meeste hoogachting”.

  2. Ik schrik daar ook altijd van, als onbekenden mij onmiddellijk met mijn voornaam aanspreken die ze ergens in een database gevonden hebben. En bij mijn weten ben ik nog niet oud, no worries! 😀

  3. Njam Orval !

    Overigens nogal een persoonlijk gesprek voor een ‘onbekende’. Ik bedoel: je spreekt iemand die je niet kent toch niet aan met zijn voornaam?

  4. Prijs u gelukkig. De laatste keer dat ik gebeld werd door een recruteringsbureau nam ik niet op (want ik haat ‘private call’ op mijn gsm). Er volgde een mail met als subject: ASP en als body ‘Sir, call me on xxx’.

    Niet meer, niet minder. Denken ze werkelijk dat ik dan toehap?

  5. jmaar Bruno, ge moet gij zo niet dormen bruno,
    een job vinden is ernstig werk bruno,
    en Bruno, weet je wat, bruno, die zin “en ik ging verder mijn met lam dichtschroeien” vind ik ongepast grappig, bruno 😉
    ik denk dat je daarom hebt gedaan, bruno!
    dag bruno!

    hatelijk als ze zo familiar beginnen doen, nog erger is constant meneer Vdm zeggen enzo in elke zin twee keer…kruipers…

  6. Een dik jaar geleden was ik op zoek naar werk en heb ik de domme fout begaan om me een beetje overal in te schrijven (online en ook irl bij uitzendbureau’s). Tot vandaag krijg ik nog om de haverklap aanbiedingen (vragen om je te laten uitschrijven uit bestanden helpt geen moer) en het allerergerlijkste is dat het dan meestal om jobaanbiedingen gaat waarvan de inhoud of functie mijlenver staat met wat ik heb opgegeven op mijn cv. Lezen die idioten dat dan eigenlijk? Onvoorstelbaar.

Reacties zijn gesloten.